‘broedplaatsen maken een stad interessant’

Hans Passenier zat vanaf het begin in het bestuur samen met Jeanneke, Juulke en Ingeborg. “Van de opstart tot het landen op de Tapijnkazerne was ik erbij. Toen werd ik raadslid en dat vond ik niet goed te combineren met die bestuursfunctie. In de raad hield ik me wel bezig met het broedplaatsenbeleid. Daar zette ik me met hart en ziel voor in, want dat vind ik een belangrijk onderwerp. Volgens mij moeten er in een stad heel veel gemeenschappen zijn die met elkaar hun buurt en hun stad ontwikkelen. De inwoners zijn de stadsmakers. Ik was ook heel enthousiast over wat er in het Landbouwbelang allemaal gebeurde. Want ik geloof niet in alleen maar sjiek en sjoen. Sommige plekken mogen wat ruwer zijn. In alle steden waar Jeanneke en ik komen, bezoeken we altijd plekken waar makers actief zijn. Zeker als dat plekken zijn die ook interessant zijn vanwege het cultureel erfgoed. Gebouwen die een andere bestemming krijgen en waar de mensen voor levendigheid zorgen maken een stad interessant.”

“Toen ik uit de politiek ging, vroegen bestuursleden Jeanneke en Dieter of ik weer tijdelijk terug wilde komen. Ik zei meteen ja en vanaf september 2024 ben ik weer actief als penningmeester. Ik voel me heel erg verbonden met dit initiatief, met de Werkgebouwers en met wat er hier allemaal gebeurt. Wat ik erg leuk vind om te zien, zijn de onderlinge samenwerkingen. Werkgebouwers vullen elkaar echt aan.”

“Wat ik nu – begin 2025 – denk van de toekomst? Dat we in 2027 helemaal zijn gevestigd op de Griend. Het is hier dan enorm druk. Mensen uit de hele stad willen graag meedoen. Die voelen de vibe en willen bij het Werkgebouw betrokken zijn. Dit wordt echt een bruisende plek in de stad.”